De Glaspioniers in het veen

€29,90
Incl. btw

Zwaag vertelt over de geschiedenis van glasblazerijen, de leefwijze rond een glashut, de herkomst ervan en de ontwikkelingen rond de glashutten, van zwerfhutten/waldhütten tot turfgestookte hutten met hele dorpjes er omheen.
Er waren vroeger veel mensen nodig om een over te laten werken (stokers, smelters, brandstofsjouwers, pottenmakers en dan de glasmakers zelf). Het ambacht ging vaak over van meester op zijn zoon of de zoon van een (overleden) collega, zodat de geheimen van het vak binnen de eigen kring bleven. Veel glasmakers kwamen dus uit dezelfde families. Er waren al vroeg gildes, met strenge maar sociale regels. De recepten verschilden al naar gelang de lokale gegevenheden en de gewenste glaskwaliteit. Vaak werd ook oud glas hergebruikt om materiaal te sparen en zodat de oventemperatuur wat lager kon.
De werkmethode van het glasblazen is tussen 70 v.C. en 1825 nauwelijks veranderd. Na 1825 kon men bekers en potten persen. In de 20e eeuw kwamen er flessen en kelkglasautomaten en het maken van vlakglas werd overgenomen door grote installaties.
Zwaag vertelt over de opkomst en het verval van de glasfabrieken, vanaf de eerste glasfabriek in 1838 in Nieuw Buinen. Je kreeg ondernemers (niet altijd zelf glasblazers) die een fabriek opzetten. Hij beschrijft het wel en wee van de fabrieken, hun eigenaren, werknemers en hun families en het leven in de gemeenschap.
Een interessant boek met gedetailleerde beschrijvingen van de geschiedenis van de glaspioniers. Als bijlage o.a. een woordenlijst van vaktermen in de glasindustrie en veel archiefstukken, zoals oprichtingsaktes van glasfabrieken en bv een boeiend uitgebreid verslag van een vergadering omtrent de veiligheid en arbeidsomstandigheden op een fabriek.

Geen specificaties gevonden...
Geen reviews gevonden...
Geen tags gevonden...
Toevoegen »
Gebruik komma's om tags te scheiden.
Wij slaan cookies op om onze website te verbeteren. Is dat akkoord? Ja Nee Meer over cookies »